2024-01-30
Leed op de camping (deel 4)
Voordat de zoektocht zou aanvangen, besloot ik om eerst nog even een dutje te doen. Ik sliep echter te lang door en werd de volgende ochtend pas gewekt door een bizar geluid. Een man liep naakt over de camping, gevolgd door een andere man die constant schreeuwde: “Ik ga deze stok in jouw anus prikken! Ik ga deze stok in jouw anus prikken!” De morgenstond heeft een stok in de kont, mompelde ik. Ik had geen tijd om dit schouwspel langdurig aan te zien en trok mijn kleding aan. Ik had ten slotte een missie te volbrengen. Het zoeken van Elize en de jongen met de rode broek. Elize zou zichzelf ongetwijfeld ergens aan het vingeren zijn in een bosje, dus ik begon met het opsporen van de jongen met rode broek. Die was niet voor één gat te vangen.
Ik struinde over de camping en zag een koppel die buiten broodjes aan het eten waren. ‘Ahoy! Mede camping-gangers!’ - ‘Gegroet, jongen met de tuinbroek,’ zei de oude man. ‘Waarmee kan ik u van dienst zijn op deze mooie ochtend.’ - ‘Is het goed als ik er even bij kom zitten?’ – ‘Maar natuurlijk! Ga zitten!’ Hij wees naar een stoel. ‘Die heeft maar 3 poten,’ merkte ik op. Raak ik dan niet uit balans?’ – ‘Welnee,’ zei de man. Ik ging op de stoel zitten en viel stante pede met mijn snufferd in het gras. De man bulderde het uit. ‘Natuurlijk val je op de grond met een stoel met 3 poten. Heb jij 0 technisch inzicht ofzo?’ De man had gelijk over het feit dat ik geen technisch inzicht had, maar ik wilde geen gezichtsverlies lijden: “Jawel, maar ik was in de veronderstelling dat één poot onzichtbaar was.” Ik kuchte. “Anyway, kan je vrouw ook praten?” – “Ja, maar dat doet ze zelden.” – “Kijk aan. Waarom ik hier ben? Ik zoek een jongen met een rode broek.” - “En ik zoek een vrouw die kan pijpen als een reiger!” De man bulderde het weer uit. “Jij buldert wat af of niet op de camping?” De filet americain sputterde uit zijn mond.” Ik besloot het tweetal te verlaten en wenste de vrouw aids in haar anushol toe.
Twintig minuten later kwam ik aan bij een pingpongtafel. Twee vrouwen van in de twintig waren aan het pingpongen. ‘Goedemiddag, Eva Braun-look a liken! Hebben jullie toevallig een jongen met rode broek gezien?’ – ‘Wie weet,’ zei een van de vrouwen. ‘Als jij van ons wint met pingpong geven wij je antwoord.’ Ik begon te zuchten. ‘Goed dan!’ Het spel begon gelijk. Ik mocht beginnen met opslaan. Ik pakte mijn batje vast en gooide die tegen de neus van een van de vrouwen. Het bloed stroomde eruit. ‘Wat doe jij nou gek?!’ schreeuwde de andere Eva Braun hysterisch. ‘O, sorry,’ zei ik. ‘Ik dacht dat je het batje tegen iemand zijn Duitse kop aan moest gooien, maar in plaats daarvan moet je dus met dat balletje overtikken. Van te voren misschien even de spelregels uitleggen, zodat dergelijke voorvallen in de toekomst voorkomen kunnen worden. Anyway, waar is de jongen met rode broek.’ – ‘Die zagen we zojuist het zwembad inlopen! En nu wegwezen, achterlijk gek!’
In het zwembad had ik een probleem. De jongen met de rode broek had nu geen rode broek meer aan. In de tijd dat ik aanwezig was op de camping, had ik nog niet de mogelijkheid gehad om zijn lelijke kutkop te aanschouwen. Gelukkig was likken aan objecten zijn running gag, waardoor ik hem op gedrag kon identificeren. Na 10 minuten rondlopen kon ik hem nog steeds nergens vinden. Wellicht is hij in de glijbaan! Ik besloot voor de glijbaan te gaan posten. Plots kwam er een man uit die zijn eigen penis probeerde te likken, terwijl hij simultaan aan het glijden was. Ah, daar zul je hem hebben. ‘Jongen met rode broek! Je ouders zoeken je. Terug naar huis jij!’ – ‘Oké, dan.’ zei hij. ‘Je mag overigens niet met tuinbroek dit zwembad in, dus ik zal ook maar vertrekken als ik jou was.’ Samen liepen we terug naar de ouders.
Vijf minuten later kwamen we bij de ouders aan. Elize was er al. ‘Ah, dat scheelt een verhaallijn,’ zei ik tegen Elize. ‘Welnu,’ zei ik. ‘Iedereen is wedergekeerd. Mag ik nu eindelijk weten hoe ik met jullie op deze camping terecht ben gekomen?’ De vader stond op en bereidde zich voor op een lang monoloog. ‘De reden dat jij met ons op deze camping bent, is omdat jij een zoon hebt’ - ‘Huh, maar ik heb helemaal geen zoon.’ - ‘Sorry, ik bedoel. Omdat jij mijn zoon bent.’ – ‘Maar mijn vader ziet er heel anders uit.’ Hij begon te zuchten en deed plots zijn pruik af. ‘Dat is ook niet mijn vader!’ – ‘Laat ook maar!’ zei de nepvader. ‘Sommige dingen in het leven hebben geen reden. Als je dat vroeg genoeg beseft, dan zul je sneller duurzaam geluk vinden.’ Daar moest ik het mee doen.
Admin - 16:15:19 | Een opmerking toevoegen
Categorieën