Nick van Goor

Neerlandicus, Schrijver en humor sapiens




2023-12-05

De goddelijke bierdrinker

‘Leugens van de bovenste plank!’ riep de jongen, nadat ik hem een ferme tik op zijn wang had gegeven. Ik was in de veronderstelling dat hij met mijn vriendin zat te flikflooien. Dit was echter niet het geval, en daarom gaf ik hem na de klap een zoen op de wang. Daarna gaf ik mijn vriendin eveneens een zoen op de wang, en vertelde haar dat ik haar nooit meer wilde zien; een reden hiervoor had ik niet, maar gevoelsmatig haalde ik er genoegen uit om haar dit mede te delen. Ze hoefde niet te huilen, maar ging er met de jongen, die niet met haar had geflikflooid, vandoor. Dit vond ik een goed besluit. Ondertussen ging ik bier drinken in een café en bleef er tot sluitingstijd futiliteiten lallen met andere nietszeggende individuen. Toen ik naar buiten strompelde, realiseerde ik me dat de straten leeg waren. Geen enkel mens te zien. De stad was dood. Ik voelde me alleen op de wereld. Dit idee gaf een euforisch gevoel. Echter, tijdens het oversteken van een kruispunt werd ik plots overreden door een vroegtijdig ejaculerende olifant op wielen. Toen werd ik wakker.

Tsjonge, wat een absurdistische droom! dacht ik, terwijl ik angstig over mijn bezwete voorhoofd wreef. Ik heb namelijk geen vriendin. Ik stapte uit bed en besefte dat het tweede kerstdag was. Dit omdat er een scheurkalender aan de muur hing waar letterlijk ‘Het is tweede kerstdag!’ op stond. Handig. Maar voor zover ik wist had ik geen kalender aan mijn slaapkamermuur hangen. Toen ik weer ietwat bij kennis was constateerde ik meer bijzonderheden. De muren waren roze, overal lagen sokken en de kop van Marilyn Monroe (op een poster) staarde mij onverschillig aan. Ik groef diep in mijn geheugen. Voor zover ik me kon herinneren was ik gister gewoon in mijn eigen bed gestapt. De wekkerradio gaf half vijf s’ middags aan. Ik liep de slaapkamer uit en stuitte op een knappe blonde mevrouw van in de veertig. ‘Hoi,’ zei ze, terwijl ze vluchtig vanaf de overloop een badkamer inliep. Enigszins nieuwsgierig achtervolgde ik haar.

‘Hallo…’, zei ik angstig. Ze draaide zich om vanaf de spiegel en bekeek mij met een vieze blik. ‘Zou jij niet eens wat aantrekken?’ vroeg ze. ‘Je boxershirt is godverdomme nat van het zweet bij je balzak. En door dat gat daar zie ik een deel van je linker teelbal.’ Ze wees naar mijn boxer. Er hing inderdaad een stukje balzak uit. Ik geneerde me en begon nerveus aan mijn hoofd te krabben. ‘En ook nog aan je hoofd zitten met je ballenzweet. Sjonge, jonge, waar moet het toch heen met de wereld? Ga nu maar snel douchen, want het kerstdiner is over een uur klaar.’ – ‘Uuhm, maar waar ben ik eigenlijk?’ stamelde ik. Ze keek verbaasd en schreeuwde ‘tot zo!’ , terwijl ze de trap afliep. Ik had geen zin om te douchen, maar ik waste mij wel. Daarna zocht ik naar kledij, maar mijn eigen kon ik niet vinden. Ik startte een zoektocht naar andere kleding. Ergens op een stoel lag nog een broek en een T-shirt, die beide drie maten te groot waren. Maar dit mocht de pret niet drukken. Beter drie maten te grote kledij, dan een zichtbare bezwete linker teelbal lijkend op een ei, dacht ik rijmend. Beneden was gepraat hoorbaar. Ik struinde angstig de trap af, niet wetende wat mij te wachten stond.

Toen ik de keuken binnenliep, maakte het geluid plaats voor een ongemakkelijke stilte. Acht mensen, variërend van leeftijd, keken me verbaasd aan. ‘Ga zitten,’ sommeerde de vrouw die ik reeds had ontmoet. ‘Oké,’ zei ik. Een dikke man van in de veertig keek me boos aan. ‘Jij hebt mijn broek en T-shirt aan.’ – ‘Aha, dus deze kledij is van jou?’ vroeg ik. – ‘Ja!’ Een ander kwam er lachend tussen en zei: ‘Je lijkt wel een rapper!’ – ‘Dat is niet wat ik beoog te zijn,’ zei ik, ‘maar bedankt voor het compliment.’ De man keek minachtend. Het werd stil. ‘Niet om het een of ander,’ vervolgde ik. ‘Maar waar ben ik eigenlijk, en hoe ben ik hier terecht gekomen?’ Iedereen keek wederom verbaasd. ‘Jij bent toch de nieuwe vriend van Tess?’ zei de vrouw. – ‘Van wie?’ vroeg ik verbaasd. ‘Tess!’ herhaalde ze.- ‘En waar is die Tess dan wel?’ vroeg ik. –’Ze is even weg. Ze komt dadelijk terug. Ik zal ondertussen de kalkoen uit de oven halen.’ Er werd luid geapplaudisseerd toen deze kutkalkoen eenmaal op tafel stond. Men at gulzig. Daarna gingen de tafelmensen praten over auto’s, geld, kwaaltjes en andere triviale zaken. Ik werd misselijk.

Een kwartier later kwam de beruchte Tess binnengelopen. ‘Aah, Tess,’ zei de vrouw, en gaf haar uit blijdschap een kus op de wang. Tess was niet moeders mooiste. Ze had, waarschijnlijk door acne, een gehavend gezicht, en daarbij was ze een pondje of twintig te zwaar. Ik schatte haar begin dertig. Tess liep naar mij toe en gaf me een zoen op de mond. ‘O,’ zei ik, na de zoen. ‘Waar was dat goed voor?’ – ‘Omdat je mijn vriendje bent,’ lachte Tess. Iedereen aan tafel lachte mee. Ik begreep de humor niet. De vrouw zei trots: ‘Eindelijk heeft onze Tess een vriendje, we dachten al dat het er nooit van zou komen!’ Een man uit het gezelschap, waarschijnlijk de vader, werd emotioneel. ‘En dit met kerst,’ zei hij, terwijl de tranen over zijn ogen biggelden. ‘Ja,’ reageerde Tess trots. ‘Ik zag je gisternacht op straat liggen. Vrijwel naakt, louter je boxershirt nog aan. Je lag half bewusteloos te mijmeren over van alles en nog wat. Over het leven, dat het kut is en dat soort dingen.’ – ‘Aha,’ zei ik. ‘Je deed ook aardig pretentieus met je complexe zinnen,’ voegde ze nog toe. ‘Wel redelijk ironisch, aangezien een deel van je balzak zichtbaar was. Ik heb je mee naar huis genomen en je piemel tussen mijn schaamlippen gestopt.’ – Ik werd plots duizelig. ‘Excuseer me een moment,’ zei ik. Ik liep naar de wc en verloor plots mijn bewustzijn. Ik droomde over feministische panda’s en andere zaken die ik me niet kon herinneren.

Ik werd wakker. ‘Haha!’ lachte Jezus. “Ik zei toch dat het leven op aarde geen pretje is.’ Ik besefte me nog niet wat er was gebeurd, maar deze plek herkende ik. ‘Wat is er gebeurd?’ vroeg ik. ‘We hadden een tijd terug een weddenschap gesloten. Jij zei tegen mij: ‘het leven op aarde valt mee. Mensen kunnen wel aardig zijn. De morele verpaupering is niet aan de mensheid te wijten, maar aan de situatie. Daarbij kan een gesprek met een mens bijzonder leuk zijn. Ze zijn integer en oprecht. ‘ Dus we sloten een weddenschap. En zodoende heb jij in de gedaante van mens even een kijkje op aarde kunnen nemen. En wat blijkt? Je werd na een dag al ongelukkig. Godsamme, wat een grap! Dus de hoeren zijn voor jouw kosten de komende tijd. Ik trakteer op bier, gezien ik jarig ben. Jezus dronk een blik bier, terwijl hij naar de televisie keek. ‘Hilarisch!’ riep hij. ‘Dat zulke zenders de mens zover krijgen om hier hele avonden naar te kijken. Pure kunst! Mijn beste verjaardag ooit! De mensen verbazen me keer op keer!’ Ik keek ook en zei zuchtend: ‘Gelukkig ben ik geen mens.’

Admin - 16:46:48 | Een opmerking toevoegen

Opmerking toevoegen

Fill out the form below to add your own comments

Om geautomatiseerde spam zoveel mogelijk te beperken, is deze functie beveiligd met een captcha.

Hiervoor moet inhoud van de externe dienstverlener Google worden geladen en moeten cookies worden opgeslagen.