Nick van Goor

Neerlandicus, Schrijver en humor sapiens




2024-01-30

De smalltalkcursus (deel 3)

Degene die 30 minuten lang een gesprek met een vreemde kon voeren, won de wedstrijd.

Ik opende de deur van de kleine ruimte en voor mij zat een man van in de veertig met grijs haar. Mijn aankomst veroorzaakte stante pede een palet aan emoties bij het armetierige individu. Schaamte, boosheid en verwarring. ‘Ja, goedendag,’ zei ik. ‘Ik zou het graag met u willen hebben over de zin van het le….’ - ‘Zie je niet dat ik aan het kakken ben, mafkees!?’

‘Aha,’ zei ik. ‘Nee, letterlijk zie ik vanuit deze hoek niet dat er drollen uit uwe anus komen. Maar het verklaart wel waarom u op een wc-pot zit en ik constant ploep, ploep hoor. Maar ik kom dus ongelegen?’ - ‘Ja!’ schreeuwde de man, terwijl er simultaan een dikke drol uit zijn anusgat floepte. ‘Hmm, wellicht moet u dan de volgende keer de deur op slot doen. Die hebben ze niet voor niets uitgevonden. Maar dan ga ik weer, tabee!’

De koopavond was in volle gang. Verlepte vrouwen liepen drogisterijen in en uit, zeurende kinderen met dikke frikandellenhoofden werden door vaders meegetrokken, hangjongeren bliezen hun wietrook in het gezicht van chagrijnige ouderen, Duitsers aten dikke worsten en honden roken aan elkanders reet. De stadsduiven hadden een mening over dit gepeupel en kwamen op verscheidene plaatsen met een poepregen. Met wie zou ik hier in godsnaam een gesprek van dertig minuten over de zin van het leven kunnen voeren?

Supersmalltalkman had ondertussen een kiwi gekocht en vroeg aan een jongeman of die een mes had om deze mee door te snijden. ‘Neen,’ zei de jongeman. ‘Je mag in Nederland niet met messen over straat lopen, straks bezeer je nog iemand.’ Supersmalltalkman negeerde dit en kwam plots met oninteressante trivia omtrent kiwi’s op de proppen. Dat ze boordevol vezels zitten, meer vitamine C bevatten dan vrijwel alle andere fruitsoorten op de wereld en ze het hele jaar in voorraad zijn.

De jongen vond het totaal niet interessant en loosde Supersmalltalkman succesvol na enkele minuten. ‘Hmm, ik ben niet echt in vorm, vanavond,’ zei hij met een enigszins nerveuze stem. ‘Zo ga ik niet winnen.’

Ik liep een boekenwinkel in en zag een man aandachtig kijken naar een verzameld werk van wijlen Lev Tolstoj. ‘Ha!’ riep ik. ‘Die Tolstoj kan er wat van hé. Die korte verhalen zijn tijdloos en gaan diep in op de menselijke cond…..’ - ‘Hé, wat?’ antwoordde hij. ‘Geen idee wie dit is, maar ik heb al een tijdje een oogje op de Russische dame daar achter de balie. Hij wees met zijn linkerhand richting de dame en ik moest erkennen dat het inderdaad een prachtig individu was.

‘Dus ik denk, ik pak willekeurig een boek van een Russische schrijver en doe alsof ik aandachtig lees. Misschien mag ik dan binnenkort wel haar ‘krim’ veroveren, als je begrijpt wat ik bedoel!’ Hij knipoogde. ‘Ik kan niet knipogen, maar als je de Krim metaforisch gebruikt voor haar behaarde vagina, dan krijg je van mij een welverdiende schouderklop voor de creativiteit. Ik gaf hem de schouderklop en besloot de winkel te verlaten.

Ik kuierde weer over de winkelstraat en probeerde, zonder succes, diepe gesprekken aan te knopen met allerhande individuen. Een paar minuten later kwam ik Supersmalltalkman weer tegen. ‘Hoe gaat het bij jou?’ vroeg ik. ‘Verschrikkelijk!’ Ronduit verschrikkelijk! Volgens al mijn theorieën waarderen mensen smalltalk. Dan krijg je immers nog wat aandacht in deze individualistische maatschappij en het draagt bij aan het vervullen van de menselijke basisbehoeften! Maar kennelijk willen mensen niet langer dan vijf minuten met mij smalltalken.’ Hij trok de cape van zijn rug en begon te huilen. ‘Ik ben teleurgesteld in de mensheid,’ zei hij. De emoties werden mij zelf ook te veel. Eerst kreeg ik een brok in mijn keel, daarna kwamen enkele tranen. ‘Gooi het er maar uit,’ zei Supersmalltalkman. We lagen allebei als krijsende baby’s op de grond.

Onze huilsessie werd ruw onderbroken door een harde schreeuw. ‘Ik ga springen!’ riep een man vanaf het dak van een hoog winkelpand. ‘Ik kan het leven niet meer aan!’ - ‘Koop dan een touw, kale mongool!’ schreeuwde iemand hem toe. ‘Die vind je onder meer in de winkel waar je nu vanaf tracht te springen’. ‘Neen! Ik wil dat mijn hersenen uit elkaar spatten op de grond!’ Mensen begonnen met stenen naar hem te gooien. Als reactie daarop plaste de man van het gebouw, precies in een zakje snoep van een opgetogen jongen. ‘He, nu zijn al mijn snoepjes nat,’ merkte hij bedroefd op.

Supersmalltalkman zag zijn kans schoon en besloot een conversatie met de man aan te gaan.
‘Lekker weertje om zelfmoord te plegen, is het niet?’ -
‘Kan beter, had op iets meer regen gehoopt.’
‘Ah, ja begrijpelijk. Dan heeft de zelfmoord meer impact, haha! Wat doe je voor werk?’
Ik ben actief binnen de zelfmoordpreventie. Eigenlijk wil ik geen zelfmoord plegen, maar alleen kijken hoe het voelt om het bijna te doen. Ik doe dit vijf keer per week. Haalt me uit de sleur’
‘Ah, dus je hebt van je werk je hobby kunnen maken!’

Zo ging dit smalltalkgesprek nog even verder. Ik was ondertussen aan het timen. Supersmalltalkman was inmiddels al 25 minuten in gesprek. De man nam nog geen aanstalten om het gesprek te staken en derhalve zou de kans groot zijn dat Supersmalltalkman de wedstrijd zou winnen.

‘In wat voor auto rijd jij?’ vroeg Supersmalltalkman.

Deze vraag was goud. Je zag de man helemaal leeglopen over zijn prachtige auto en meerdere malen naar adem happen. Ik keek weer op de stopwatch. 29 minuten. Nog 1 minuut en Supersmalltalkman zou winnen. Ik begon hevig te transpireren.

In de laatste minuut gleed de man van het dak, vol met zijn snufferd op de harde stenen van de winkelstraat. Alle omstanders begonnen te krijsen. ‘Niks aan de hand!’ zei de man lachend. ‘Ik was voorzien van veiligheidskussens! Haha!’

Het gesprek met Supersmalltalkman werd gestaakt en uiteindelijk won niemand. ‘Wat een irritante deus ex machina voor de afsluiting van dit verhaal,’ mompelde hij. Vervolgens gooide hij de cape in de prullenbak en daarna liep hij weg.

Het begon ineens te regenen en met een groep mensen schuilde ik onder een afdakje. ‘Wat een weertje, he?!’ zei de opgetogen jongen met de door plas doordrenkte snoepjes tegen mij, terwijl hij die blijmoedig in zijn mond stopte.

Admin - 16:25:30 | Een opmerking toevoegen

Opmerking toevoegen

Fill out the form below to add your own comments

Om geautomatiseerde spam zoveel mogelijk te beperken, is deze functie beveiligd met een captcha.

Hiervoor moet inhoud van de externe dienstverlener Google worden geladen en moeten cookies worden opgeslagen.